Skip to content

Algemene voorwaarden

behorende bij de lesovereenkomst van Autorijschool Peter, rijschoolnummer: 5325F4

Artikel 1 – Verplichtingen rijschool

De rijschool is verplicht er zorg voor te dragen:

  1. dat de les wordt gegeven door instructeurs, die voldoen aan de bepalingen van de Wet Rij-onderricht Motorrijtuigen (WRM);
  2. dat de leerling zo veel mogelijk rijonderricht ontvangt van dezelfde instructeur;
  3. dat de aanvraag voor het onderzoek naar de rijvaardigheid door de rijschool – onder voldoening van de daarvoor geldende bedragen en onder overlegging van de benodigde bescheiden – daadwerkelijk is ingediend bij, of in het aanvraagbestand is ingevoerd van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uiterlijk twee weken na de datum waarop in overleg met de leerling is besloten dat het onderzoek kan worden aange- vraagd en waarop de leerling de kosten van het onderzoek aan de rijschool heeft voldaan;
  4. dat de leerling, die via de rijschool het onderzoek naar de rijvaardigheid heeft aangevraagd, op de datum en tijd waarvoor hij/zij is opgeroepen door het CBR tot het afleggen van het onderzoek naar de rijvaardigheid de beschikking heeft over hetzelfde lesvoertuig als waarin/waarop hij/zij de lessen heeft ontvangen, dan wel tenminste over een lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type;
  5. dat de tijdsduur van de te geven rijles, zoals overeengekomen in de lesovereenkomst, volledig wordt benut voor het geven van rijles;
  6. dat er een verzekering is afgesloten, welke in ieder geval een passende dekking biedt tegen aansprakelijkheid van de rijschool jegens de leerling.

Artikel 2 – Verplichtingen van de leerling

De leerling is verplicht:

  1. zich te houden aan de afgesproken datum, tijd en plaats voor de rijles (door de rijschool wordt een wachttijd van 10 minuten in acht genomen) en bij niet verschijnen op het afgesproken lesuur zonder tijdige afzegging, de volledige lesprijs te voldoen;
  2. de volledige lesprijs te voldoen indien de rijles wordt afgezegd binnen 48 uur voor de afgesproken tijd. Zaterdagen, zondagen alsmede erkende feestdagen worden niet meegerekend in deze 48 uur. Afzegging dient tijdens de kantooruren van de rijschool te gebeuren en dient persoonlijk op het kantoor van de rijschool dan wel telefonisch te worden gedaan. Een te laat afgezegde les wordt niet in rekening gebracht bij afzeggen vanwege een dringende reden, zoals de begrafenis van een overledene in de naaste familie (t/m de 2e graad) of een eigen spoedopname in het ziekenhuis;
  3. alle aanwijzingen van de rij-instructeur tijdens de rijlessen op te volgen;
  4. het met de rijschool overeengekomen lesschema tot aan de datum van ieder onderzoek naar de rijvaardigheid na te komen;
  5. bij een onderzoek naar de rijvaardigheid (tussentijdse toets of andere deeltoets, rijexamen en nader onderzoek) een geldig legitimatiebewijs en indien vereist een geldig theoriecertificaat over te leggen;
  6. eventuele medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorrijtuig te besturen, tijdig af te stemmen met het examenbureau voordat de rijopleiding wordt aangevangen. Indien de leerling nalaat dit te doen en de rijopleiding daardoor moet worden onderbroken of afgebroken, dan wel enig ongeval zich voordoet, kan de rijschool hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld;
  7. zich ervan te overtuigen dat, indien het praktijkonderzoek naar de rijvaardigheid met goed gevolg is afgelegd, op grond van de verblijfstatus een rijbewijs kan worden afgegeven. De rijschool kan er niet aansprakelijk voor worden gesteld indien aan een leerling de afgifte van een rijbewijs wordt geweigerd.

Artikel 3 – Betaling

  1. De rijschool is gerechtigd een bedrag aan inschrijvingsgeld/administratiekosten in rekening te brengen. De leerling dient deze kosten voor aanvang van de eerste rijles contant te voldoen, waarvoor hij/zij een kwitantie zal ontvangen;
  2. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen moet betaling van het lesgeld en de kosten, verbonden aan de individueel of in groeps-

verband te volgen theorielessen, per rijles respectievelijk theorieles contant worden voldaan. De kosten van de noodzakelijke leerboeken en ander lesmateriaal ten behoeve van de praktijk- en/of theorielessen dienen bij het afleveren van die zaken contant te worden voldaan;

  1. De rijschool is gerechtigd tijdens de duur van de lesovereenkomst de lesprijs te verhogen. De leerling heeft in dat geval het recht om de lesovereen- komst schriftelijk te ontbinden, van welke bevoegdheid hij/zij gebruik kan maken tot twee weken na kennisneming van de prijsverhoging.
  2. Indien contant dient te worden betaald en deze betaling blijft uit, dan ontvangt de leerling veertien dagen na de achterstand c.q. twee lessen nadat de achterstand was opgetreden een factuur. De rijschool is gerechtigd het bedrag van de achterstand te verhogen met administratiekosten. Deze zijn minimaal E 12,50.
  3. Indien veertien dagen na de factuur het factuurbedrag niet dan wel niet volledig is voldaan, dan is de leerling automatisch in verzuim. Alsdan wordt over het nog openstaande bedrag rente berekend. Het rentepercentage bedraagt de wettelijke rente vermeerderd met 2% op jaarbasis. Het reste- rende gedeelte van de maand vanaf het moment waarop de betaling had moeten plaatsvinden wordt als een gehele maand aangemerkt.
  4. Deze verhoging van het verschuldigde bedrag wordt beschouwd als een voorwaarde, waaronder door de rijschool uitstel van betaling is verleend, zonder dat daarmee de verplichting van de leerling tot contante betaling c.q. tot betaling per het overeengekomen tijdstip komt te vervallen.
  5. Indien de leerling in verzuim blijft het verschuldigde bedrag te betalen, dan kan de rijschool de vordering ter incasso uit handen geven aan een derde. Alsdan is de rijschool gerechtigd het verschuldigde bedrag met incassokosten te verhogen. Deze incassokosten omvatten zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke incassokosten. Buitengerechtelijke incassokosten zijn alle kosten die aan de rijschool in rekening worden gebracht door advocaten, procureurs, deurwaarders en ieder ander van wie de rijschool zich bedient voor invordering van het verschuldigde bedrag. De buitenge- rechtelijke kosten worden vastgesteld op ten minste 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van E 75,=.
  6. Indien de leerling in verzuim blijft het verschuldigde bedrag te betalen is de rijschool gerechtigd tot opzegging van de overeenkomst over te gaan wanneer de leerling schriftelijk in gebreke is gesteld en in het verzuim is na verloop van de in de ingebrekestelling gestelde termijn.
  7. Indien de leerling een overeenkomst in de vorm van een pakket is aangegaan en het totaalbedrag is voldaan, is de rijschool gerechtigd, als de leer- ling eerder stopt met lessen dan het aantal lessen uit het pakket, de pakketprijs om te zetten naar de prijs van losse lessen. De leerling zal dan bij verrekening van het saldo de losse lesprijs berekend krijgen. Bij slagen binnen het aantal lessen blijft de pakketprijs behouden. De leerling zal dan bij verrekening van het saldo de pakketprijs berekend krijgen.

Artikel 4 – Aanvraag onderzoek naar de rijvaardigheid (tussentijdse toets, rijexamen, nader onderzoek, versneld bijzonder examen) verder te noemen het onderzoek

  1. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen dienen de kosten van of ten behoeve van de aanvraag van het onderzoek gelijktijdig met de invulling van de aanvraagkaart en de eigen verklaring (of het verstrekken van de laatste) contant aan de rijschool te worden voldaan.
  1. Veertien dagen na de datum van invulling en betaling van de aanvraag van het onderzoek heeft de leerling recht op inzage van het CBR reserve- ringssysteem en van het storting- of overschrijvingsbewijs waaruit blijkt dat zijn/haar aanvraag van het onderzoek bij het CBR is ingediend.
  2. Indien het onderzoek geen doorgang vindt omdat de leerling niet of te laat op het onderzoek verschijnt, of omdat de leerling geen vereiste, geldige documenten kan tonen, dan zijn de kosten voor aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de leerling.
  3. Indien het onderzoek geen doorgang vindt wegens vakantie van de leerling en de vakantieperiode bij de aanvraag van het onderzoek aan de rij- school is opgegeven, dan zijn de kosten voor de aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de rijschool.
  4. De rijschool is na mondelinge of schriftelijke aankondiging gerechtigd tussentijdse prijswijzigingen van het theorie- en praktijkgedeelte van het onderzoek door te berekenen en is verplicht op verzoek van de leerling een schriftelijke specificatie van die prijswijziging te geven.

Artikel 5 – Onderzoek naar de rijvaardigheid

  1. Indien het CBR het onderzoek wegens slechte weersomstandigheden op de afgesproken tijd geen doorgang laat vinden, dan kan de rijschool de leerling het lesgeld van één rijles in rekening brengen voor het opnieuw vastgestelde onderzoek.
  2. Indien de leerling het onderzoek niet kan aanvangen of voltooien als gevolg van het feit dat:
    1. een familielid tot en met de tweede graad van de leerling of van de instructeur is overleden en de begrafenis nog niet heeft plaatsgevonden, c.q. plaats zal vinden op de dag van het onderzoek zelf;
    2. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd niet ter beschikking is en geen lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type ter beschikking is;
    3. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd, door de examinator van het CBR wordt afgekeurd en geen vervangend lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type beschikbaar is;
    4. zal de rijschool ervoor zorgen dat voor de leerling een nieuw onderzoek wordt aangevraagd, indien de leerling dit wenst. De rijschool staat ervoor in dat het aanvragen van het onderzoek alsdan geschiedt zonder kosten voor de leerling.

Artikel 6 – Beëindiging van de lesovereenkomst

  1. Indien de lesovereenkomst niet is aangegaan voor een vast aantal lessen dan wel niet is aangegaan voor een vaste periode kan de lesovereenkomst door zowel de leerling als de rijschool worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand en wel tegen de eerste dag van een kalendermaand. De leerling is niet verplicht gedurende deze opzegtermijn lessen te volgen, mits is voldaan aan het gestelde in artikel 2 lid 2.
  2. Indien de lesovereenkomst is aangegaan voor een vast aantal lessen of voor een vast overeengekomen periode (bv.een pakketopleiding) kan de leerling de lesovereenkomst slechts beëindigen om dusdanig dringende redenen, dat van hem/haar redelijkerwijs niet verwacht kan worden deze te continueren, onder gehoudenheid de prijs voor de reeds genoten lessen vermeerderd met de prijs van één lesuur, alsmede de administratiekosten, alsmede het door de rijschool al betaalde examengeld (CBRgedeelte). Indien het bedrag ineens bij vooruitbetaling is voldaan dan zal de rijschool het verschuldigde bedrag restitueren onder aftrek van het door hem aan CBR betaalde examengeld, en een bedrag naar rato van het aantal reeds genoten lessen vermeerderd met een vergoeding gelijk aan de prijs van één lesuur alsmede de administratiekosten.
  3. De rijschool kan de lesovereenkomst, aangegaan voor een vast aantal lessen dan wel voor een vaste periode, slechts beëindigen om dusdanig dringende redenen, dat van de rijschool redelijkerwijs niet verwacht kan worden deze te continueren, onder de terugbetaling aan de leerling van die (les)gelden, waarvoor de rijschool nog niet heeft gepresteerd.

Artikel 7 –Geschillen

  1. Op deze algemene voorwaarden is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
  2. Alle geschillen tussen overeengekomen partijen die niet in onderling overleg kunnen worden opgelost, zullen ter beslissing worden voorgelegd aan een bevoegde rechter te Arnhem.

Artikel 8 – Aansprakelijkheid

  1. De rijschool kan in ieder geval niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die voortvloeit uit voorvallen die het gevolg zijn van opzet en/of grove schuld van de leerling, alsmede bij het gebruik door de leerling van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beënvloeden.
  2. Indien de leerling, ondanks zijn/haar verklaring, dat hem/haar bij rechterlijke uitspraak niet de bevoegdheid is ontzegd motorvoertuigen te besturen noch zijn/haar rijbewijs is ingevorderd, toch rijles neemt en indien de opgave onjuist is, vrijwaart de leerling de rijschool volledig en zal eventueel terzake de opgelegde boetes geheel vergoeden, alsmede alle andere financiële consequenties geheel overnemen.
  3. De rijschool is niet verantwoordelijk voor schade of letsel van of aan de leerling welke niet door de normaal afgesloten verzekering wordt gedekt.